Kenmerken

De giraffe is onmiskenbaar door de lange nek, het schuin aflopende lichaam, de lange poten en de gevlekte vacht. Ondanks de lange nek heeft de giraf, evenals de meeste andere zoogdieren, slechts zeven, zeer lange halswervels. Om deze nek overeind te kunnen houden heeft een giraffe stevige, gespierde schouders. Om de bloeddruk naar de kop te controleren, heeft de giraffe in zijn nek zeer elastische bloedvaten en kleppen in de vaten. Over de nek tot de schouders lopen korte, stijve manen. Aan het einde van de lange poten zitten brede, afgeronde hoeven. De staart is lang en dun. Aan de staartpunt heeft de giraffe een pluim van lange, zwarte haren.

Op de kop heeft een giraf twee kleine hoorns die bedekt zijn met behaarde huid. Jonge dieren en sommige vrouwtjes hebben een bosje haren op de toppen van de hoorntjes. De achterste hoorntjes, hoog op het voorhoofd, zijn over het algemeen veel groter dan die lager op het voorhoofd. Bij veel dieren ontbreken deze voorste hoorntjes. In het midden van het voorhoofd zit ook één knobbelvormige hoorn.

Een ander opvallend kenmerk is de gelige vacht met daarop onregelmatige bruine vlekken. Dit vlekkenpatroon zorgt voor een afdoende camouflage tussen de bomen. Het vlekkenpatroon op de vacht is uniek voor elke giraffe en verschilt per ondersoort. De vlekken van mannetjes worden vaak donkerder als de dieren ouder worden.

Een volwassen giraffe heeft een kop-romplengte van 3,5 tot 4,8 meter en een staartlengte van 76 tot 110 centimeter. Mannetjes worden over het algemeen groter dan vrouwtjes. Vrouwtjes zijn over het algemeen 3,5 tot 4,7 meter hoog en 450 tot 1180 kilogram zwaar, mannetjes zijn 3,9 tot 5,2 meter hoog en 1800 tot 1930 kilogram zwaar. Bij uitzondering kan een mannetje 5,3 tot 5,5 meter hoog worden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb